Lot n° 20

[Drawing] - “Ardua quae pulchra - De Defitigste schatten worden met moeyten verkregen”, 18de-eeuwse lavis tekening in bister, 16,5 x 10,4 cm; niet gesign. Marg. roestvlekken en sporen van tape in boven en onder marge. Zeer mooie prent. Cfr. ill.

Estimation : €250/350
Adjudication : 320 €
Description
Tekening met mooie licht- en schaduwwerking, gedetailleerd uitgewerkt met fijn penseel. “Ardua quae pulchra” is een citaat uit de “Historia Naturalis” van Plinius (XII 26f, en XVI 223). In “emblemata Florentii schoon-hovii i.c.”, gouda, 1618 wordt deze uitspraak vergezeld van een tekening van een personage dat een dadelpalm beklimt. vermoedelijk is deze tekening te situeren binnen de Noord-Nederlandse context (kleding van één van de figuren). Wat de relatie tussen onze tekening en de uitspraak mag zijn, is onduidelijk. Minerva of Pallas, zoals weergegeven op deze tekening, wordt soms wel vereenzelvigd met de “custodiendas virgines” oftewel het behouden van de maagdelijkheid. *** Dessin allégorique au pinceau bistre sur crayonné à la mine de graphite; n.s. Beau travail d’ombres et lumières. “Ardua quae pulchra” est une citation tirée de l’“Historia naturalis” de Pline (XII 26f et XVI 223). Dans l’“Emblemata Florentii Schoon-hovii”, Gouda, 1618, cette devise est accompagnée de la représentation d’un personnage escaladant un dattier. Notre dessin est situable dans le contexe des Pays-Bas septentrionaux (cf. costume d’un des personnages). La relation entre notre feuille et la devise n’est pas clairement établie. Minerve ou Pallas, telle que représentée dans notre dessin, est parfois assimilée à la “Custodiendas Virgines” ou à la sauvegarde de la virginité. Ref. A. Henkel & A. Schöne, Emblemata, Handbuch zur Sinnbildkunstler XVI. und XVII. Jahrhundert, II dln, 1967-1982.
Partager